Toen mijn wederhelft aka vaste travel buddy IJsland als potentiële vakantiebestemming opperde, lag mijn enthousiasme eerst behoorlijk onder het vriespunt (no pun intended). Maar ik begon me wat in te lezen, liet me meeslepen door dit filmpje en informeerde bij vrienden die er al waren geweest. Het stemmetje in mijn hoofd dat zei dat IJsland misschien wel eens een topbestemming kon zijn, klonk steeds luider. En ja, goed dat ik mijn schizofrene kantje niet heb onderdrukt, want IJsland maakte zijn bijnaam ‘Niceland’ helemaal waar. Hoog tijd dus dat er komaf wordt gemaakt met een aantal mythen over het land van vuur en ijs.

Mythe #1: IJsland is steenkoud

In tegenstelling tot wat de naam doet vermoeden, is het in IJsland helemaal niet zo ijzig koud. Althans niet in de zomer. Toen wij er begin augustus waren, hadden we dagen van gemiddeld 15 °C. Tja, dat is inderdaad geen temperatuur om in je bikini te liggen pronken en aan je kleurtje te werken, maar daarvoor reis je ook niet naar IJsland natuurlijk.

Neem het van een koukleum aan: de temperaturen hebben me geen enkele keer kippenvel bezorgd. Het prachtige landschap dat we tijdens onze vele wandelingen bewonderden, dan weer wel. Ontelbare keren zelfs.

Wij hadden het geluk dat het zonnetje zich vaak liet zien, maar het weer in IJsland kan erg wisselvallig en onvoorspelbaar zijn. De IJslanders zeggen wel eens dat je er vier seizoenen op een dag kunt meemaken, en dat is niet eens gelogen. Wees dus wel voorbereid: kleed je in laagjes en zorg dat je altijd een regenjas bij hebt. En niet dat ik veel inspraak heb in je keuze van lingerie, maar als je buiten de zomermaanden reist, is thermisch ondergoed ook geen slecht idee.

“Er bestaat geen slecht weer, alleen slechte kleding”

Hét mantra in IJsland

Mocht je overwegen om misschien ook een paraplu in je koffer te moffelen, dan ben je eraan voor de moeite. Want op het winderige IJsland heb je daar echt niet veel aan. Behalve dan misschien een Mary Poppins-moment, zij het iets minder elegant. Pak in de plaats daarvan wel een buff in, een multifunctionele nekwarmer die je ook als haarband, bandana (heel modieus bij mannen, zoals je ziet) of muts kunt dragen.

Conclusie: IJsland is heus niet zo koud als je zou denken. Als de naam al naar iets verwijst, dan zal het naar de overmatige ijsjesconsumptie van de lokale bevolking zijn (not kidding – die IJslanders zijn werkelijk geobsedeerd door hun ijscrème). Gezien de alomtegenwoordige bries was ‘Windland’ misschien beter geweest, maar behalve voor mensen met prikkelbaredarmsyndroom klinkt dat wellicht niet zo aantrekkelijk.

Mythe #2: Na een paar dagen ben je het er beu gezien

In alle eerlijkheid: hier had ik het meeste schrik voor. Want twee weken van het ene verlaten plekje naar het andere, zou dat op de duur niet gaan vervelen? Het antwoord is, ook in het IJslands, simpel: nei! Ja, IJsland bestaat grotendeels uit natuur, maar je raakt er echt niet op uitgekeken. Integendeel, iedere dag sta je met open mond te kijken naar die mythische pracht – van de ongerepte maanlandschappen en dreunende watervallen in het zuiden tot de zwarte stranden in Vík. Ook de warmwaterbaden op de meest random plekken, het schiereiland Snæfellsnes, het gletsjermeer Jökulsárlón en de zwavelvelden in het noorden zullen je bekoren. Op die laatste plek is de geur van rotte eieren trouwens nogal ‘aanwezig’, dus daar komt je buff(er) opnieuw goed van pas.

Conclusie: De natuur van IJsland is zodanig divers dat je er echt niet op uitgekeken raakt. Toch nood aan die city vibe? Plan dan een paar dagen in Reykjavík in en bezoek er het Nationaal Museum, de Hallgrímskirkja of een van de vele hippe koffiebars in de Laugavegur.

Mythe #3: IJsland is pokkeduur

Deze mythe ga ik niet 100% afschrijven, want nee, IJsland is niet goedkoop. Feit is dat je voor een standaard maaltijd op restaurant inderdaad meer dan gemiddeld betaalt. En als je iemand bent die daar ook graag een alcoholisch drankje bij nuttigt (ik kijk hier eerlijkheidshalve naar mezelf), mag je nog dieper in je zak tasten. Acht euro voor een pintje is er namelijk niet abnormaal.

Het is echter belangrijk om dit in perspectief te plaatsen. Want als je bijvoorbeeld af en toe naar de supermarkt gaat en zelf je potje kookt, kan je al heel wat besparen. Belangrijk om weten is ook dat het kraantjeswater overal drinkbaar is. Hang dus geen kronen aan flessenwater. En het beste van alles: voor de meeste bezienswaardigheden en activiteiten hoef je al helemaal niets te betalen, want al dat natuurschoon is uiteraard gewoon gratis!

Laat je bijvoorbeeld niet vangen aan de grootste tourist trap ever aka The Blue Lagoon. Je telt er 60 euro neer om in een overbevolkt warmwaterbad rond te dobberen en ‘heilzame’ klei op je gezicht gesmeerd te krijgen (nee, geen enkele van mijn rimpels was weg nadien). Bezoek liever een van de natuurlijke hot springs die je vaak zomaar langs de kant van de weg vindt. Mijn favoriet: de hot pot Landbrotalaug. Niet zo bekend en vrij afgelegen, maar het is een absoluut pareltje.

Conclusie: Eigenlijk is IJsland zo duur als je het zelf maakt. Want als je ervoor kiest om vaak je eigen boodschappen te doen, misschien af en toe te kamperen, vooral van de kosteloze natuur te genieten en je niet elke avond te bezatten, valt het allemaal reuze mee.

---

Plan je reis naar IJs(jes)land

• De beste reistijd voor IJsland hangt af van je wensen. Wil je vooral de indrukwekkende natuur bewonderen, veel wandelen en misschien ook walvissen spotten? Dan moet je er in de zomer heen. Staat het Noorderlicht zien op je bucketlist? Ga dan in het voor- of najaar. En als je er een echte sneeuwvakantie van wilt maken, dan verken je IJsland het best in de wintermaanden. De ringweg blijft in principe het hele jaar open, dus je raakt zelfs bij hevige sneeuwval waar je moet zijn.
• IJsland ligt een stuk dichter bij de poolcirkel dan België. Dat betekent dat het er ’s winters maar een uur of vijf per dag licht is, en in de zomer vaak maar een paar uur schemerdonker. De onderstaande foto nam ik begin augustus om twee uur ’s nachts! Mensen die moeilijk kunnen slapen als het niet volledig donker is, nemen dus best een slaapmasker mee.

• Wij gingen te rade bij Noorderhuis, het vroegere North & Away, specialist in reizen naar het Hoge Noorden. We baseerden ons op deze fly & drive. We voegden er zelf nog een tussenstop in het uiterste noorden en een extra nacht in Reykjavík aan toe. Onze route zag er zo uit:

• Op zoek naar alternatieve routes en andere tips voor je rondreis? Dan raad ik je ten stelligste deze digitale reisgids aan.

Zin gekregen in IJsland? Ik kan je geen ongelijk geven!

* Belangrijk extraatje voor de vrouwelijke lezers: naast het indrukwekkende landschap zijn ook de stoere IJslanders zeker niet verkeerd om te zien. Enjoy the view (en stuur mij foto’s)!