Voor het laatste deel van ons Australische avontuur trekken we naar het tropische noordoosten. We maken er een lusje langs gezellige vissersdorpjes, het golvende heuvellandschap in het binnenland en het oudste regenwoud ter wereld. Eindigen doen we aan de misschien wel bekendste highlight van Australië: het Great Barrier Reef.
Fashionistas are back
Na de kurkdroge outback bevinden we ons met Queensland in moessongebied. Dat betekent dat we sporadisch een buitje (lees: pittige wolkbreuk) over ons heen krijgen. Enfin, over onze poncho. Ik weet niet wat met de prijs van het meest sexy kledingstuk gaat lopen: onze muskietenhoeden van in de outback of dit gewaad, dat ik eigenlijk alleen maar kan omschrijven als een vuilzak met mouwen. Nipte ex aequo zeker?

Ga je net als wij in de Australische zomer naar Queensland? Dan moet je rekening houden met tropische regenbuien. Pak dus die afgrijselijke poncho in (of koop er daar eentje) en neem ook zeker de regenhoes van je buggy mee.
Betoverend binnenland
De meeste roadtrippers die hun tocht zoals wij in Cairns beginnen, zakken langs de kustlijn verder af richting Brisbane of Sydney. Een logisch traject. Alleen jammer dat je zo het binnenland skipt, want dat barst evengoed van het natuurschoon.
Wij rijden van Cairns naar Mission Beach, een rustig kuststadje waar we een paar dagen verblijven, en maken dan een knik naar rechts. We trekken weg van het water, richting de Atherton Tablelands – een hoogvlakte ten westen van Cairns. We aanschouwen groene heuvels, exotisch regenwoud en spectaculaire watervallen, en vragen ons meerdere keren af: zijn we echt in Australië? Het lijkt wel een of andere jungle in Zuidoost-Azië.
Dit land is gigantisch, maar ook gigantisch divers, zo blijkt.



Onze home base voor de komende dagen is een hut pal in het regenwoud rond het kratermeer Lake Eacham. Nergens vind je hier zo veel diersoorten. En die zijn niet altijd even ongevaarlijk. Al zijn de locals er gerust in. Want in Lake Eacham, waar een krokodil woont én waar we langs de oever een python zagen zonnen, mag je wel degelijk zwemmen. Levensgenieters, maar ook waaghalzen, die Aussies! Voor ons brave Belgen is een boottochtje op het krokodillenmeer al spannend genoeg.



Aussie brekkie: spekkie voor ons bekkie
We zijn nu zo’n dikke drie weken down under en we voelen ons eigenlijk al helemaal thuis. De “G’day mate” en “No worries” rollen vlotjes over onze tong en we gaan, zoals het echte Australiërs betaamt, iedere ochtend voor een heerlijke brekkie met smashed avo, vegemite sandwiches en pikelets. Vrij vertaald: een uitgebreid ontbijt met avocadotoast, boterhammetjes met typisch Australisch broodbeleg en hemelse pannenkoekjes.



Australiërs, en zeker Queenslanders, zijn echt heerlijk laid-back. Dat uit zich in alle aspecten van het dagelijkse leven, en al zeker in hun ontbijtcultuur. Iedere ochtend hebben ze een vaste afspraak in een van de vele breakfast bars, waar ze de nodige brandstof innemen om hun inwendige dieselmotor op gang te trekken. Bourgondiërs als we zijn, gaan we daar uiteraard maar al te graag in mee.
Port Douglas – hemel op aarde
Onze allerlaatste stop (slik!) tijdens ons avontuur down under is Port Douglas. Maar we zijn hier met ons gat in de vegemite gevallen – want het is een zalig dorpje waar je je instant thuis voelt. Port Douglas is ook de enige plek op aarde waar twee natuurgebieden op de Unesco-werelderfgoedlijst elkaar ontmoeten: het Great Barrier Reef en het Daintree Rainforest.

Daintree is het oudste regenwoud ter wereld en habitat van tal van unieke fauna en flora. Vanuit Port Douglas is het ongeveer anderhalf uur rijden naar Cape Tribulation, het noordelijkste punt van het regenwoud, waar je in een paar stappen uit de weelderige jungle met je voeten in de helderblauwe oceaan staat te plonzen.
Enfin, in theorie dan toch. Want door recente crocodile sightings was het water er op dat moment verboden terrein. Geen pootjebaden dus. Siebes Frodo-voeten liepen waarschijnlijk sowieso geen gevaar, maar tegen een paar poezelige babyvoetjes zou een hongerige krokodil vast geen nee zeggen, toch?



Trouwens, het ruime sop kiezen we de dag erna toch sowieso, want we gaan snorkelen in het grootste koraalrif ter wereld: het Great Barrier Reef.
Op snorkeltrip mét baby? Het kan!
Ik hoor het je al denken. “Hoe zijn die in godsnaam met een kind van één gaan snorkelen in het Great Barrier Reef?” Terechte vraag die al menig keer is gesteld.
Ik zou mezelf niet zijn mocht ik vooraf geen uitgebreide research hebben gedaan naar de mogelijkheden hieromtrent. Al snel bleek dat de Aussies extreem family-minded zijn en dat wij dus echt niet de eersten zouden zijn die daar in de haven met een buggy en luiertas kwamen aandraven (en baby natuurlijk, zonder zou een beetje belachelijk zijn). Bedrijven als Quicksilver zijn hier helemaal op voorzien: zij organiseren hun snorkeltrips vanop een gigantische boot, inclusief restaurant, zonnedek én luiertafel. Die Aussies, gotta love them!

Maar eerlijk is eerlijk: mochten we babyloos geweest zijn, zouden we er waarschijnlijk met een kleinere boot op uit getrokken zijn. Dat is veel intiemer, je doet verschillende snorkelplekjes aan en je komt ook tot bij de minder druk bezochte (en intactere) riffen. We hoorden veel goede commentaar over de trips in kleine groepjes van Wavelength. Dus check it out als je op adults-only vakantie gaat in Queensland of als je kinderen al groot genoeg zijn.
Australische (w)onderwaterwereld
We waren een beetje bang om de hele dag van het vasteland weg te zijn met een baby (help, je kan nergens heen vluchten!), maar onze kleine globetrotter gedroeg zich voorbeeldig. Het enige wat uiteraard niet kan als je een kiddo mee hebt, is tegelijk snorkelen. Afwisselen dan maar, en achteraf verslag uitbrengen van al dat moois onder het oppervlak.



Wat wél volledig babyproof is, is een tochtje met de glass-bottom boat. Ik had er niet veel van verwacht, maar boy was I wrong! Dit was eigenlijk beter dan het snorkelen. Want met zo’n mini-onderzeeër leg je echt wel redelijk wat afstand af en doe je verschillende riffen aan. Je spot er zelfs enkele die wonder boven wonder nog niet door de coral bleaching zijn aangetast.


The end is near
We proberen nog zo veel mogelijk te genieten van onze laatste momenten in wat we niet beter kunnen omschrijven als het paradijs op aarde. Onze dagen bestaan uit strandwandelingen, terrasjes en zwempartijtjes met onze kleine waterrat. Raar om te beseffen dat we straks, na vier weken, opnieuw die mutsen en sjaals zullen moeten bovenhalen.



Al een geluk dat we nog heerlijk onwetend waren over het feit dat onze auto na een terugvlucht van 22 uur niet zou willen starten vanop de parking in Parijs. Dat we nog eens 3 uur in de kou zouden mogen wachten (inclusief baby met jetlag) op een depanneur. Of dat de wereld een maand na onze thuiskomst op slot zou gaan.
MAAR … Wat zouden de Aussies zeggen? Juist ja. “No worries!”
Onze route in Queensland
