Out of Africa: op gezinsreis in kleurrijk Namibië

Afrika, ek es lief vir jou. Ik kan het niet onder stoelen of banken steken: dit continent heeft een speciaal plekje in mijn hart. Na Kenia, Mauritius en Zuid-Afrika was deze zomer Namibië aan de beurt: een land dat al heel lang op de befaamde bucketlist stond en voor zoonlief Eppo de eerste échte kennismaking met Afrika. Of het bevallen is? Dat lees je in deze blogpost.

Factsheet Namibië

• Ligging: Zuidwest-Afrika, boven Zuid-Afrika en naast Botswana
• Hoofdstad: Windhoek
• Tijdsverschil met België: 1 uur in onze winter, geen verschil in onze zomer
 Valuta: Namibische of Zuid-Afrikaanse dollar
 Vaccinaties: Hepatitis A en update basisvaccinaties aanbevolen, malariapillen in regenseizoen (nov-apr)
 Documenten: Internationale reispas, geboorteattest van je kinderen

Afrika voor beginners

Ja, zo wordt Namibië wel eens genoemd. Niet verwonderlijk ook: er is sinds de onafhankelijkheid in 1990 geen oorlog of sociale onrust, geen malaria (althans in onze zomer, als het daar winter is) en bitter weinig corruptie. Wel betrouwbare voorzieningen, übervriendelijke locals en de meest uitgestrekte landschappen. Alle lusten van Afrika dus, maar niet de lasten.

Namibië luchthaven windhoek

Beginners zijn we dan wel niet, maar beginnen aan onze reis moeten we natuurlijk wel. Dat doen we, met ‘dank’ aan een staking van Lufthansa, een dag later dan gepland in de Kalahari. Deze halfwoestijn kenmerkt zich door het zand in terracottakleur, de typische Afrikaanse acaciabomen en … de mooiste plekjes voor je sundowner.

Een sundowner betekent zoveel als een lekker drankje en hapje bij zonsondergang in de openlucht. Aperitieven with a view dus. En omdat je nu eenmaal nooit genoeg krijgt van dat prachtige landschap (en die lekkere wijn) is het er gewoon iedere avond sundowner time. Meteen nog een reden om van Namibië te houden!

Van de ene woestijn naar de andere

Van de Kalahari naar onze volgende bestemming Sesriem – de poort tot de Namibwoestijn – is het toch wel ruim vier uur rijden. Maar we worden maar beter aan die lange afstanden gewoon. Namibië is het op een na dunst bevolkte land ter wereld en bestaat voornamelijk uit onverharde grindwegen, waar je niet meer dan 80 km per uur rijdt. Bereid je dus voor op vrij lange ritten op banen waar je geen mens tegenkomt, maar eigenlijk ook tegelijkertijd op het avontuur van je leven. Want de adrenalinekick die je krijgt als je op de brede wegen aan het racen bent, met behalve het majestueuze landschap niets of niemand om je heen, is gigantisch.

Zorg zeker voor voldoende eten en drinken, brandstof en entertainment voor je kiddo’s in de vorm van boekjes, luisterverhalen en (opgeladen) iPad. Ook een rolletje toiletpapier is geen overbodige luxe – in Namibië zijn wc’s al even afwezig als de neerslag in het droogseizoen.

In de Kalahari kregen we al een appetijtelijk voorsmaakje van wat Namibië te bieden heeft (en dan heb ik het niet alleen over al dat lekkers bij de sundowner). Maar de schoonheid van de Namib overtreft alles. Het is hier zo onwezenlijk mooi dat je het gevoel hebt dat je in een postkaartje bent beland.

We kunnen niet wachten om het aangrenzende Namib-Naukluft National Park in te trekken. Hier bevinden zich met onder andere de Sossusvlei en Deadvlei natuurfenomenen waar je mond van openvalt. Je aanschouwt er gigantische zandheuvels van wel 350 meter hoog die boven de zwartgeblakerde bomen op de witte kleigrond uittorenen. Op de achtergrond straalt een strakblauwe lucht. En daartussen loop jij, je afvragend hoe Moeder Natuur dit in godsnaam weer heeft klaargespeeld.

Wij hadden zelfs extra geluk, want de Sossusvlei was met water gevuld. Blijkbaar een zeer zeldzame gebeurtenis die maar eens om de tien jaar voorkomt. Dankjewel universum, voor deze geslaagde poging onze eerste gemiste dag goed te maken. Het is je vergeven.

Swakopmund: Duitser dan Duitsland

Na een dag of vier ruilen we het woestijnzand van de Kalahari en de Namib in voor het strandzand van Swakopmund, een kuststad in het Westen van Namibië aan de Atlantische oceaan. De weg van Sesriem naar Swakopmund is opnieuw langgerekt, stoffig en hobbelig (met platte band tot gevolg), maar oh zo mooi.

Doordat de meeste toeristen de Sossusvlei en Swakopmund aandoen én er tussen de twee plaatsen slechts één mogelijke route is, kom je wel meer auto’s dan gebruikelijk tegen (de volle drie tegenliggers per uur in plaats van nul). In Solitaire, een mystieke nederzetting ongeveer in het midden van het traject, kan je in het tankstation en restaurant letterlijk en figuurlijk bijtanken. Er is zowaar een klein kerkje. Even een schietgebedje prevelen voor intacte banden behoort dus ook tot de mogelijkheden.

Na opnieuw een dikke vier uur komen we aan in Swakopmund. Even denken we dat we dat we een afslag hebben gemist en op miraculeuze wijze Duitsland zijn binnengereden. De Biergärten (ja, dat is het correcte meervoud), Konditoreien en Stuben vliegen je hier namelijk om de oren. Dat heeft natuurlijk een reden: Namibië was ooit een kolonie van onze oosterburen en Swakopmund werd door de Duitse kolonisten in 1892 gesticht als strategische havenstad.

Nu zijn wij wel fan van Duitsland en alles wat daarmee verbonden is (behalve die ene man met zijn snorretje en zijn vriendjes misschien), dus Swakopmund kon ons wel bekoren. We boekten zelfs een historische stadsrondleiding bij Nikola Fahrbach, een supertolle mevrouw van wie de overgrootvader tot de eerste Duitsers in Swakopmund behoorde. De toer kan auf Deutsch, maar ook evengoed in het Engels. Alle info vind je hier.

Voor elke leeftijd wat wils

Swakopmund – you’ll love it or hate it. Hoe dan ook is het de perfecte uitvalsbasis voor tal van activiteiten: Walvisbaai bezoeken, Sandwich Harbour (waar de woestijn de ocaan ontmoet) verkennen, sandboarden, skydiven, kajakken, een boottochtje maken met de catamaran of gewoon je tenen doppen in het Atlantische zeewater en daarna genieten in een van de vele lokale restaurants.

Zum Wohl und guten Appetit!

Ook specifiek voor kinderen is er in deze kuststad vanalles te doen. De grote zandbakken in de Kalahari en de Namib waren al leuk, maar in Swakopmund vind je verschillende echte speeltuigen en zowaar een indoorspeeltuin in The Dome. Ook het Monkey Puzzle Café, met originele buitenspeeltuin gemaakt van gerecupereerde materialen en een kindvriendelijke menukaart, is een aanrader voor gezinnen met jonge globetrotters.

Zomer in de winter

Als oplettende lezer heb je het ongetwijfeld al opgemerkt: op heel wat foto’s hebben wij lange mouwen aan. Dat is niet omdat wij van het preutse type zijn en ons menselijk vlees niet willen laten zien, wel omdat het in Namibië in onze zomer winter is. Geen paniek – mutsen en sjaals hoef je niet mee te nemen, want het wordt er overdag vlotjes 25 graden. Maar ’s morgens en ’s avonds kan het echt koud zijn en is een trui geen overbodige luxe.

Gezien de zomerse temperaturen overdag mag je uiteraard ook bikini’s en badkledij inpakken, al is zwemmen op eigen risico. En daarmee heb ik het niet over een risico op verdrinking, maar op onderkoeling. De zwembaden in Namibië zijn niet verwarmd en in de Afrikaanse winter dus net iets te fris om in te duiken. Spijtig voor onze kleine waterrat, maar gewoon wat pootjebaden en wat extra chilltijd in het zonnetje zijn ook niet verkeerd.

Spitse kop en hoge steen

Zei ik al dat Namibië het allemaal heeft? Na de woestijn, het strand en de stad trekken we verder richting de bergen. We rijden voorbij de Spitzkoppe – vanwege de puntige piramidevorm ook wel de Matterhorn van Afrika genoemd – naar een andere Namibische gigant: de Hohenstein.

Deze berg van 2300 meter hoog maakt deel uit van het Erongogebergte, dat bekend staat om de kleurrijke landschappen, opvallende rotsformaties en eeuwenoude grottekeningen. Onze lodge ligt aan de voet van de Hohenstein in een heus natuurdomein, inclusief struisvogels, apen, impala’s en zelfs giraffen. Tijdens de sundowner drive waarop we uiteraard intekenen, komen we alle dieren tegen (spot je de giraf op de foto?!) en krijgen we uitleg van een ervaren gids.

Topervaring, waar zelfs spraakwaterval en niet-zittend gat Eppo even stil van wordt.

Mocht je je sundowner de voorbije dagen in Swakopmund hebben overgeslagen, dan is dit dé plek om er opnieuw mee te beginnen. Wonderbaarlijk hoe het licht van de ondergaande zon speelt met de kleur van de bergen en de hemel helemaal paars doet ogen, en hoe je aperitief daardoor nóg lekkerder smaakt.

Wie bergen zegt, zegt uiteraard ook wandelen. Wat de fysieke inspanningen betreft is het deze reis nog relatief beperkt gebleven (een wijnglas naar je mond heffen is nu ook niet zo zwaar), maar tijdens onze drie dagen in het Erongomassief wagen we ons toch aan de klim naar Phillip’s Cave. In deze grot zijn eeuwenoude rotsschilderingen van de Bosjesmannen of San te vinden, onder andere een heel indrukwekkende van een witte olifant, en dat willen we wel eens met eigen ogen zien.

De mevrouw aan de receptie van het Ameib Guesthouse, waar de wandelingen vertrekken en je ook een dagpas koopt, aanziet ons blijkbaar voor heel fitte mensen want ze voorspelt dat we de hike naar de grot in een halfuurtje zullen klaren, zelfs met onze kleuter mee. Ik zou het als compliment moeten zien, maar had liever een iets realistischere inschatting gekregen want na 30 minuten waren we nog niet eens in de helft. Reken op zo’n anderhalf uur vooraleer je de grot bereikt. Dat is wel inclusief zoeken naar de pijlen op de rotsen en hopen dat je juist aan het stappen bent, de laatste druppels water uit je fles persen (neem een voorraad mee!) en af en toe eens op adem komen op de weinige schaduwplekjes langs je pad.

Net als je denkt dat die grot je gestolen kan worden, zie je hem een beetje verder opdoemen. Wat een plek. Het feit dat de schildering van de olifant nog zo duidelijk is, maakt het alleen maar ‘echter’. Je ziet het zo voor je: een knetterend vuurtje, wat vers bejaagde vleesjes aan het bakken, en een zacht dierenvelletje onder je billen. Het moet daar best gezellig geweest zijn, daar in die Phillip’s Cave.

Op naar de echte olifanten in Etosha National Park

Ja, die oeroude geschilderde olifant was indrukwekkend om te zien. Maar nu is het tijd voor de real deal. Onze voorlaatste stop is Etosha, wat letterlijk ‘grote witte vlakte’ betekent. Niet verwonderlijk, want het bekendste safaripark van Namibië bestaat voornamelijk uit een enorme zoutpan die blijkbaar zelfs vanuit de ruimte waar te nemen is.

De zoutvlakte is op zich de moeite om te zien. Maar aangezien het er zo droog is als de mond van ‘een’ toerist de ochtend na one too many sundowners, spot je er geen wilde dieren. Daarvoor moet je bij een van de vele waterpoelen zijn. Vooral in de regenvrije winter (onze zomer dus), als de dieren echt alleen daar drinken kunnen vinden, is het er een lustig komen en gaan van olifanten, leeuwen, giraffen, neushoorns, zebra’s en de rest van de cast van The Lion King.

Hakuna matata dus wat het spotten van de dieren betreft – als je van waterhole naar waterhole rijdt, hoef je echt geen moeite te doen om er te zien. Ze komen zo naar je toe. En hoewel dat zalig klinkt en dat voor velen ongetwijfeld ook effectief is, neemt het voor mij een beetje van de magie weg.

In Etosha heb je niet het spannende ‘wat ruist er door het struikgewas-gevoel’. Dat is wel zo tijdens game drives in safarilanden als Kenia en Zuid-Afrika – daar giert de adrenaline door je lijf, want je weet nooit wat er om de hoek loert. Wij stonden er meer dan eens plots oog in oog met een olifant, giraf of zelfs luipaard. In Etosha krijg je een compleet andere beleving: doordat de dieren heel voorspelbaar rond de waterpoelen samenhokken én je door de afwezigheid van begroeiing mijlenver rond je kan kijken, moet je al veel geluk hebben om plots door een dier verrast te worden.

Etosha acacia landschap zoutpan

Als het op kwantiteit en verscheidenheid aan dieren aankomt, scoort Etosha wel hoog. Maar als je echt op zoek bent naar die opwindende game drive experience moet je ergens anders heen. Naar het Erindi Game Reserve bijvoorbeeld, een nog relatief onbekend park in Namibië, dat naar het schijnt wel het beste van beide werelden biedt. We hebben het zelf niet bezocht, maar wel van verschillende andere toeristen en ook locals gehoord, dus er moet toch iets van aan zijn.

Afrika voor beginners, maar ook voor gevorderden

In principe kan je van Etosha rechtstreeks naar de luchthaven rijden voor je terugvlucht, maar wij zijn nogal van het ‘uitboltype’ dus we plakken er nog een paar dagen in Otjiwarongo aan. Otjiwarongo is een bedrijvig stadje tussen Etosha en Windhoek en de perfecte plaats om je laatste etmalen op Namibische bodem door te brengen. Er staan geen spectaculaire activiteiten of must-sees op de agenda meer, maar dat geeft niet. Eens een lokaal schooltje binnenstappen, een ijsje eten samen of zelfs een uurtje niets doen is evengoed vakantie.

We bezoeken er wel het Cheetah Conservation Fund (prijzig maar je ziet er wel cheeta’s van heel dichtbij) en de Crocodile Farm. Voor de rest is het vooral met ons drietjes genieten van de laatste momenten op ons alweer geweldige avontuur.

Adjectieven als ‘prachtig’, ‘uitgestrekt’ en ‘betoverend’ zijn 100% toepasselijk op Namibië, maar doen deze Afrikaanse parel eigenlijk nog teniet. ‘Onwerkelijk’ komt misschien nog het meest in de buurt. Ontelbare keren heb je het gevoel dat je in een levend schilderij bent terechtgekomen. Gemaakt met de mooiste kleuren en de meest magische penselen.

Ook al zijn we eerder gevorderden dan beginners, we zijn helemaal weg van Namibië. En ik ben er zeker van: of jij nu Afrika-beginner, -gevorderde of -expert bent, het zal voor jou niet anders zijn!


NAMIBIË – PRAKTISCH

Hoe kom je er?

Lufthansa vliegt elke dag (of beter gezegd, nacht) vanuit Frankfurt rechtstreeks naar Windhoek. Zo’n nachtvlucht is wel interessant als je met kinderen reist. Als ze willen slapen tenminste.

Huurauto

Tenzij je echt offroad wilt gaan, heb je in Namibië in het droogseizoen geen 4×4 nodig. Bespaar je dus de kosten en de moeite om zo’n gevaarte te leren besturen, en kies in de plaats daarvan voor een SUV-model (iets tussen een 4×4 en een gewone auto). Je hebt er toch iets meer grip mee op de grindwegen en je zit steviger en hoger.

Accommodaties

Een slimme meid boekt op tijd. In Namibië staat de hoeveelheid aan accommodaties niet in verhouding met het aantal toeristen. Wees er dus vlug bij. Een jaar op voorhand reserveren is niet overdreven.

Geen zin om zo vroeg te boeken en ben je avontuurlijker aangelegd? Dan kan je ook rondtrekken met de daktent en kamperen. Bereid je, zeker in de woestijn, wel voor op heel koude nachten.

Mobiele telefoon

Op reis vinden wij het handig om een lokaal simkaartje te kopen. Zo kunnen we onderweg dingen opzoeken en bellen in geval van pech of nood. Gezien het risico op een platte band in Namibië vrij reëel is (understatement), is dat geen overbodige luxe. Bij aankomst in de luchthaven van Windhoek schaften we ons meteen een kaartje aan in de MTC-shop. Voor slechts een paar euro konden we de hele reis bellen, sms’en en op het World Wide Web. Als we bereik hadden tenminste, want dat is soms geen evidentie.

Stopcontacten

In Namibië hebben de stekkers drie pinnetjes. Hoewel de meeste lodges zelf adapters voorzien, kan het geen kwaad om er zelf een paar mee te nemen.

Geboorteattest

Last but definitely not least: vergeet zeker de geboortecertificaten van je kinderen niet. Je hebt deze nodig om Namibië binnen te komen (en te verlaten) en ja, dit wordt streng gecontroleerd. Je kunt zo’n internationaal geboorteattest bij je stad of gemeente verkrijgen.

2 reacties Voeg uw reactie toe

  1. katrien sintubin schreef:

    Prachtig geschreven Maaike en leerrijk… Een tikfoutje in de voorlaatste alinea…’ontelkbare’ keren …ik weet dat je liever hebt dat ik dat zeg hé 😉 Xxx

    Verstuurd vanaf mijn iPad

    >

    Like

    1. maaikeclarysse schreef:

      Amai, zowel Siebe als ik hebben daar los overgelezen. Merci, goede ogen 😉

      Like

Geef een reactie op maaikeclarysse Reactie annuleren